Waarom je je pensioen niet mee mag nemen
We kunnen onze pensioenen niet zomaar meer meenemen naar een volgende werkgever. Pensioenfondsen in het nauw mogen dat tijdelijk tegenhouden.
1. Pensioenfondsen willen sinds kort niet meer dat we ons pensioen meenemen naar onze volgende werkgever. Mag dat zomaar?
Ja, als de dekkingsgraad van een pensioenfonds onder de 100% komt, mag dat. De maatregel voorkomt dat de mensen die bij het pensioenfonds blijven, worden benadeeld. Een woordvoerder van De Nederlandsche Bank rekent voor: ‘Stel twee personen hebben samen een pensioenfonds en beide hebben een pensioen opgebouwd van 50 euro. In het pensioenfonds is echter maar 80 euro pensioenvermogen aanwezig, de dekkingsgraad is (80/100=) 80 procent. Als een van de twee zijn volledige waarde van 50 zou kunnen overdragen dan resteert voor de andere deelnemer nog slechts (80-50=) 30 euro. De dekkingsgraad zou daardoor zakken naar (30/50=) 60 procent.’
2. Is het erg als je je pensioen niet kunt meenemen?
Als je nieuwe pensioen niet, en je oude pensioen wel is geïndexeerd, zodat je pensioen meestijgt met de inflatie, dan kun je je oude pensioen maar beter laten staan, zegt pensioenadviseur Martijn van Dijk van Boogaard Assurantiën. Het is wel een beetje jammer voor wie in een beter fonds terecht is gekomen. Maar je kunt, zodra de dekkingsgraad weer boven de 100 is, je oude pensioen alsnog overhevelen naar het nieuwe fonds.
Volgens onderzoek in opdracht van de Autoriteit Financiële Markten neemt trouwens maar eenderde van de mensen die van baan wisselen, zijn pensioen mee. Wie wel zijn pensioen meeneemt, doet dat meestal omdat het makkelijker is om alles op één plek te hebben. Naar de kwaliteit van de pensioenregeling kijken we nauwelijks.
3. Sorry, maar bij het woord ‘pensioen’ haken we meestal af. Hebben we veel gemist?
Nee hoor. Alleen maar de nieuwe pensioenwet van 2007. Daarin staat, dat we al vanaf ons 21e mogen beginnen met sparen voor ons pensioen. Ook de maatregel over het meenemen van pensioenen staat erin. Verder stelt de wet dat de fondsen hun deelnemers moeten waarschuwen, als de werkgever de premies niet meteen doorsluist.
De wet bevat ook regels over het risico dat het fonds mag lopen. Daarmee kan de toezichthouder nagaan of het pensioenfonds wel voldoende geld in huis heeft om zijn verplichtingen na te komen, gezien het aantal deelnemers en hoe oud die gemiddeld zijn.
4. En toch zijn de fondsen onder de wettige minimale dekkingsgraad van 105 procent gezakt. Hadden ze niet beter kunnen opletten?
Pensioenfondsen hebben dubbel pech. De beurskoersen kelderden en hun beleggingen werden minder waard. Maar ook de rente daalde. Daardoor moeten ze volgens de risicoregels er nu van uitgaan dat hun geld in de toekomst minder in waarde zal stijgen. In de vorige crisis, in 2001, bestond die regel nog niet en rekenden de pensioenfondsen gewoon op vier procent rente. Nu moeten ze meer geld in kas hebben om het stempeltje ‘veilig’ te krijgen van de toezichthouder.
De pensioenwet gaat er trouwens van uit dat er een kans is van 2,5 procent dat pensioenfondsen onder die minimale dekkingsgraad zakken. Een absoluut veilig pensioen betekent heel hoge premies, en dat betekenen ook heel hoge loonkosten. Dat is geen goed nieuws in een recessie.
In tijden van voorspoed zijn hoge premies niet zo erg. Helaas hebben veel bedrijven en vakbonden toen afgesproken de premies te verlagen. Het ging immers goed met de beurskoersen. Wij zelf, of onze vertegenwoordigers in vakbonden en ondernemingsraden, hadden dus ook beter kunnen opletten.
5. Kunnen we nog wat doen aan ons pensioen?
Je kunt sparen of beleggen voor je pensioen, maar daarover betaal je vermogensbelasting. Belastingvrij sparen kan ook, maar de wet stelt daaraan een maximum. Als je nog jong bent, mag je tien procent van je bruto jaarsalaris voor je pensioen gebruiken, maar ben je 60, dan is dat dertig procent. Misschien spaar je via je werkgever al maximaal. Maar bij de meeste mensen is dat niet zo – die hebben een pensioengat. Je kunt uit laten rekenen hoeveel pensioen je krijgt, en dus ook hoeveel je extra kunt sparen, op pensioenkijker.nl
Wie echt invloed wil op zijn pensioen, kan bestuurslid worden van zijn pensioenfonds. Alle werknemers en gepensioneerden mogen zich daarvoor verkiesbaar stellen. Mits ze bereid zijn zich in de pensioenwet te verdiepen.
Bron: Intermediair & auteur Florentine van Lookeren Campagne