Waarom onnozel doen slim kan zijn

Waarom onnozel doen slim kan zijn
maart 31, 2011 A&V

Waarom onnozel doen slim kan zijn

Als je de onderlinge relatie wilt beschermen, zorg je dat nooit slimmer bent dan een hogergeplaatste. Roos Vonk legt uit waarom playing dumb – niet laten blijken wat je weet en kunt – haast net zo veel voorkomt als zelfpromotie.

Een voorbeeld
Stel je voor, je zit in een overleg met je collega’s en je baas. Er komt een probleem ter sprake waar jij het antwoord op weet, maar je wacht nog even af wat je baas zegt. Je merkt dat hij (of zij) geen idee heeft. Of, nog erger, dat hij een totaal verkéérd idee heeft. Vertel je nu de oplossing die jij weet?

Het voordeel als je dat doet is dat je het probleem oplost én je capaciteiten laat blijken; het nadeel is dat je sympathie verliest. Maar weinig bazen vinden het leuk om ingewreven te krijgen dat ze minder weten dan hun ondergeschikte. Mensen die lager zijn in status, blijken dan ook vaak maar hun mond te houden, ook als ze nuttige inzichten hebben. Het is kennelijk een oermechanisme, want apen doen het ook. Zo verbergen rhesusapen hun inzicht in de oplossing van een probleem als er een hogestatusaap in de buurt is, terwijl ze het probleem fluks oplossen als ze onder gelijken zijn. Verondersteld wordt dat ze hun talent verhullen om de hogergeplaatste niet te provoceren. Hierdoor worden conflicten voorkomen en wordt de sociale orde niet verstoord.

Slim of dominant
Onderzoekers dachten ooit dat lagergeplaatste apen minder slim waren, maar zo simpel is het dus niet. Ze zijn even slim, ze zijn alleen minder dominant. Ook bij mensen lijkt vooral dominantie de rangorde te verklaren. Mensen die in een groep veel aan het woord zijn, worden gezien als bekwamer; en mensen die hoog scoren op dominantie en andere leiderschapsgerelateerde kenmerken, zijn meer aan het woord. Minder dominante deelnemers beperken hun spreektijd, zelfs als ze externe feedback krijgen dat ze belangrijke dingen zeggen. Hierdoor lijken ze minder slim, terwijl ze enkel minder dominant zijn. Ze gaan pas meer praten als de dominantere deelnemer vaker zijn mond houdt.

Hun belangrijkste drijfveer is het beschermen van de relatie; dat doe je door nooit slimmer te zijn dan een hogergeplaatste. Playing dumb – niet laten blijken wat je weet en kunt – komt mede hierdoor bijna net zo veel voor als zelfpromotie (jezelf verkopen door je kwaliteiten juist op te blazen). Het laatste wordt meer gedaan door mensen met veel zelfvertrouwen en door mannen; het eerste meer door mensen met laag zelfvertrouwen en vrouwen. Zij zijn er meer op gericht om aardig te worden gevonden dan bekwaam – en aardig ben je als je de ander zijn superioriteit en zijn gelijk gunt.

Alleen op het werk?
Dat gebeurt niet alleen op het werk. Vrouwen laten hun man vaak winnen met spelletjes – hij is blij als hij wint, zij is blij als de sfeer goed is – en ze down-playen hun opleiding, hun salaris en hun expertise bij afspraakjes; potentiële geliefden kunnen immers afknappen op een vrouw die slimmer is dan zijzelf of meer verdient. Mannen die laag zijn in de pikorde doen hetzelfde in de interactie met hoger geplaatste seksegenoten; ze laten bijvoorbeeld hun baas winnen met golf.

Behalve het beschermen van de relatie zijn er nog andere strategische redenen om dommetje te spelen. Door zogenaamd niet te weten hoe je een vervelend klusje aanpakt (band plakken, nieuwe apparaten aansluiten), krijg je sneller hulp van een redder die graag zijn talent op dat vlak demonstreert. Hustling is een techniek waarbij je in een voorronde van een wedstrijd opzettelijk slecht speelt om de tegenstander te verleiden meer geld in te zetten (waarna je wint en meer verdient). En bij sandbagging speel je in de voorronde beneden je niveau zodat de tegenstander denkt ‘dit wordt een eitje’ – en niet is voorbereid op de overdonderende aanval die je daarna doet.

Kortom, het kan om vele redenen heel slim zijn om dom te doen.

 

Bron: Intermediair & auteur: Roos Vonk