Bij twijfel: niet doen... of toch wel?
De beslissing van baan te veranderen kan een zware zijn: een stap in het onbekende geeft altijd spanning. Verkassen? Blijven? Hoe hak je de knoop door?
Hevige twijfels
Reina Groen werkt nu nog in Leiden als projectleider bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Per 1 oktober begint ze als beleidsmedewerker bij het waterschap in Doetinchem. Inmiddels heeft ze er zin in, maar toen ze nog voor de keuze stond of ze de baan zou nemen, was ze aan hevige twijfels ten prooi. ‘Ik was al een half jaar onrustig, omdat ik na bijna vijf jaar op dezelfde plek niet meer voldoende uitdaging in mijn werk vond. En ik wilde graag een beetje meer in het oosten van het land wonen. Toen ik deze vacature zag, én in het oosten van het land, én van het soort werk dat ik wilde doen, vond ik dat ik maar eens moest reageren, ook al was ik me nog erg aan het oriënteren. Ik wist het nog niet zo of ik die baan wel wilde en of ik inderdaad weg wilde.’
Er volgde een eerste sollicitatiegesprek. En een tweede gesprek. ‘Zodra me duidelijk werd dat ze met me verder wilden, begon de twijfel. Omdat ik het toch wel een heel grote stap vond om die kant op te verhuizen. Ik heb een nog jonge dochter, die ik alleen opvoed. Haar vader woont hier in de buurt en haar opa en oma, haar vriendjes en vriendinnetjes, en mijn eigen vrienden natuurlijk ook. Dus ik zou veel achterlaten hier — ook mijn collega’s, met wie ik het niet beter had kunnen treffen. Bovendien vroeg ik me af of de baan wel anders genoeg was. Ik had voor mezelf nog niet voldoende duidelijk wat me in mijn huidige baan tegenstond.’
Voor de nieuwe baan moest Groen op assessment, waar ze haar twijfels ter sprake bracht. Het assessmentcenter bracht een positief rapport uit. ‘Dat ze me wilden hebben, ondanks al dat gezeur van mij, dat vond ik wel heel fijn.’ Toch zei ze na een derde gesprek alsnog nee. ‘Mijn gevoel zei: ik wil weg, dus ik moest het maar doen. Maar met mijn verstand had ik allerlei redenen om het niet te doen. Ik heb ze opgebeld en gezegd: ik blijf maar twijfelen. En ik heb altijd in mijn hoofd: bij twijfel niet doen.’ Toen werd het weekend en kreeg ze hoofdpijn en koorts.
Andere baan? Hoge stressscore
In 1967 publiceerden de onderzoekers Holmes en Rahe een lijst van 43 ingrijpende life events. De dood van een partner kreeg een stressscore van 100. Verandering van werk: 36. Beslissen over een nieuwe baan gaat vaak niet alleen over die baan — alsof dat al niet gewichtig genoeg is. Er hangt immers veel mee samen: verandering van woonplaats, met alle gevolgen van dien voor de partner, daling van inkomsten soms. In ieder geval is een nieuwe baan een stap in het duistere onbekende.
‘Twijfel bij sollicitaties komt dan ook heel vaak voor’, zegt arbeidspsycholoog en loopbaanadviseur Jolet Plomp. In januari verschijnt haar boek Beslissen doe je zó . We zijn bang beslissingen te nemen, zegt ze, omdat we onze invloed overschatten. ‘De strekking van mijn boek is daarom: neem je beslissing niet zo serieus. Of je de komende vijf jaar gelukkig zult zijn in je baan, heb je maar voor een deel zelf in de hand. Het kan best zijn dat je na veel dubben voor de perfecte baan hebt gekozen, maar dat het bedrijf toch drie maanden later op de fles gaat. Of je treft en baas die je niet kon kennen en met wie het absoluut niet klikt. Kortom, je invloed is maar gering, terwijl het voelt alsof je geluk voor honderd procent van die beslissing afhangt. En dat is niet zo. Zelf vind ik dit een goed uitgangspunt: ik tast in het duister, zo moet ik die beslissing dan ook maar behandelen.’
Toen Reina Groen dat weekend ziek in bed lag, wist ze dat ze het verkeerde besluit had genomen. ‘Mijn lichaam had het van me overgenomen en dat maakte het in één klap duidelijk. De dinsdag daarop heb ik teruggebeld. Ik heb gezegd: ik ben er heel beroerd van geworden. Mag ik nog op mijn beslissing terugkomen? Hij vroeg wel drie keer of dit nu echt mijn besluit was, of dat ik gewoon meer tijd nodig had. Maar ik twijfelde niet meer.’
Groen wilde haar beslissing aanvankelijk op louter rationele gronden nemen. Een onmogelijkheid, aldus Jolet Plomp. ‘Er zit altijd veel subjectiviteit in onze afwegingen, want we kunnen onze kansen niet razendsnel op feitelijke gronden afwegen zoals een computer dat zou doen. Maar blijkbaar zijn onze beslissingen ondanks onze subjectiviteit goed genoeg.’
Emotionele argumenten tellen ook
Sterker nog, zonder subjectiviteit geen goede beslissing, stelt hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis (UvA): ‘De afweging tussen rationele en emotionele argumenten speelt een rol bij alle belangrijke beslissingen. Wij zijn geneigd emoties te zien als een soort storende factoren die de boel alleen maar vertekenen, maar ze vertellen juist heel veel.’
Vier jaar geleden moest hij voor zijn werk naar Amsterdam verhuizen, precies in de tijd waarin je in een paar minuten over de aankoop van een huis moest beslissen. ‘Dat riep bij mij de vraag op hoe je zo’n beslissing het beste zou kunnen nemen.’ In het lab deed hij een experiment met studenten die moesten kiezen uit verschillende appartementen of kamergenoten. Eén groep moest meteen kiezen, een andere groep kreeg er de tijd voor, en nog een andere groep kreeg tussendoor een andere taak te doen, waardoor ze er een tijd onbewust over verder dachten. ‘En die bleken de beste beslissing te nemen. Dus de raad “slaap er een nachtje over” is lang zo slecht nog niet.’
Alleen is daar juist bij huizen en banen niet altijd tijd voor, of is één nachtje niet genoeg. Dijksterhuis: ‘Bij belangrijke beslissingen hebben mensen het gevoel dat ze er goed over moeten nadenken. Als daar geen tijd voor is, hebben ze het gevoel dat ze de beslissing niet goed hebben kunnen nemen en dat daarom ook de beslissing zélf niet goed is. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn.’ Desondanks: ‘Als je echt in paniek raakt, zou ik me in elk geval voornemen de komende 48 uur geen beslissing te nemen. En als het toch eerder moet, dan maar om het niet te doen. Het lichaam reageert niet voor niets zo heftig.’
Jolet Plomp is het daarmee eens: ‘Bij twijfel niet inhalen. Tenzij je bij jezelf herkent dat het faalangst is die je altijd in zulke situaties hebt. Dan moet je even doorbijten. Zoals sommige grote artiesten altijd moeten overgeven, voordat ze het toneel opgaan.’
Wat vind je echt belangrijk?
George Coppens was relatiebeheerder bij Axa Investment Managers tot het slecht ging op de beurs. Axa Nederland werd weggesaneerd; alle werknemers kregen een outplacementtraject aangeboden. Coppens’ eerste nieuwe aanbod liep stuk op een vacaturestop. Daarna kreeg hij twee aanbiedingen tegelijk: een bij PricewaterhouseCoopers en een bij Asset Management, een onderdeel van SNS Bank. ‘De baan bij PwC was heel uitdagend en ambitieus. Ik kon daar echt een eigen winkeltje gaan opzetten. Daar kwam SNS doorheen fietsen. Daar kon ik vier keer negen uur werken, relatiebeheer verder uitbouwen en mijn bijscholing onder werktijd doen.’
Dat was voor Coppens, zij het op een heel andere manier, ook een aantrekkelijke optie, want er was een kind op komst en zijn vriendin kon na haar verlof een belangrijke stap zetten naar een managementfunctie. Hij koos uiteindelijk, door de gesprekken met zijn loopbaanadviseur, voor SNS. Niet makkelijk: ‘Ik vond het toch wat pijnlijk voor een jong ventje om te zeggen: ik richt me even op mijn privé-leven. Dat vond ik een wat gezapige keuze. Ik heb wel heel sterk de interne onrust, de ambitie om te willen doorlopen, dingen te willen ontwikkelen. SNS was voortborduren op iets wat ik al deed, PwC was nieuw. Het was misschien meer de keuze tussen de zekerheid van weten dat je het wel kan en de onzekerheid dat het ook kon mislukken.’
Coppens weet zeker dat hij de goede beslissing heeft genomen: ‘Deze baan vraagt ook veel, ik zit zeker niet stil. En ik kan hier veelmakkelijker zeggen dat ik er op vrijdag gewoon niet ben.’ Coppens’ beslissing voldoet aan de drie criteria die Plomp in haar boek noemt: hij voelt goed nadat je hem genomen hebt, heeft het gewenste effect en geeft geen nieuwe problemen.
Nooit een verkeerde keuze
Groen en Coppens waren uiteindelijk alle twee heel gelukkig met hun beslissing. Dat is een mooi mechanisme, vindt Plomp: ‘Achteraf zoeken we bevestiging van de gemaakte keuze. Zo worden Renault-advertenties bijvoorbeeld het best gelezen door mensen die net een Renault hebben gekocht. De gedachte dat we zomaar wat gegokt hebben, daar kunnen we niet zo goed tegen. We willen dat onze keuze klopt. Daarom weten we achteraf waarom we een bepaalde keuze hebben gemaakt en waarom dat een goede keuze was. Ook als het niet klopt, maken we ons verhaal compleet. Dat is heerlijk, een leuke eigenschap van mensen.’
Zo geredeneerd kun je nooit een verkeerde keuze maken: ‘Je neemt hem op grond van de informatie die je op dat moment hebt. Als je zou weten hoe de komende tien jaar eruit zouden zien, zou het niet moeilijk zijn beslissingen te nemen. Maar dat weet je nu eenmaal niet. We stommelen maar wat rond. En dat is ook helemaal niet erg.
Bron: Intermediair & auteur Cathalijne Boland