Afluisterpraktijken in de trein

Afluisterpraktijken in de trein
oktober 21, 2010 A&V

Afluisterpraktijken in de trein

Als in trein of vliegtuig haar medeforensen hun laptopje openklappen of telco ingaan, houdt Dieuwke haar ogen en oren goed open. Op jacht naar gevoelige bedrijfsinformatie, liefst van concurrenten.

Het was ergens in mijn eerste maanden als werkend broekje voor grote Nederlandse FMCG’er. Ik mocht met de baas van het merk waar ik als brand manager voor werkte, mee naar Londen. Op Schiphol stikte het van de mensen die ’s ochtends vroeg het vliegtuig naar Londen pakken. De meesten in pak, de krant lezend, of verveeld om zich heen kijkend, sommigen net als wij, casual.

In het vliegtuig dacht ik nog snel even mijn ogen dicht te doen, maar mijn baas leerde me een wijze les. Wakker blijven, zei hij: informatie ligt op straat dus goed om je heen kijken. Leer van je concurrenten.

Duh…dacht ik nog. Informatie? Concurrenten? Ik trok de gemiddelde leeftijd van de passagiers flink naar beneden (naar 45 jaar, ofzo). Wie was mijn concurrent? Maar gedurende de vijftig minuten die de vlucht duurde, was ik hem eeuwig dankbaar.

Schuin voor mij, zat inderdaad iemand van de Grote Amerikaanse Concurrent. Met de laptop – toen nog een relatieve noviteit – op schoot was hij grafiekjes aan het bouwen van omzetprognoses en bekeek hij visuals van nieuwe verpakkingen. Open en bloot.

Sindsdien houd ik mijn oren en ogen open tijdens dit soort vluchten. En in eerste klas treincoupés. Zo zie en hoor ik regelmatig strategisch gevoelige informatie, alsof ik in een board-presentatie zit. Ik hoorde net op tijd dat ik beter geen Citroen Pluriel van de eerste maak moest kopen (iets wat ik toevallig wel overwoog), ik zag mogelijke innovaties van Philips en hoorde dat het geheim van de soepele onverwoestbaarheid van een bepaald merk vrachtwagenbanden zat in het toevoegen van een paar druppels citroenzuur. En zelfs de verhoudingen die gebruikt werden.

Eenmaal ben ik opgestaan om een paar treinreizigers te manen toch iets stiller te zijn. Deze ietwat oudere personen bleken namelijk op weg naar een vergadering van mijn eigen werkgever en waren de notulen al luchtigjes aan het doorspreken. Dat leek me geen informatie om te delen met de hele coupé.

Inmiddels lopen we al zo’n vijftien jaar en masse met een mobieltje rond. De laptop is helemaal ingeburgerd. We zijn geen argeloze, beginnende gebruikers meer. We weten hoe waardevol informatie is en dat we daar zorgvuldig mee moeten omspringen. En voor zover we het niet weten, stellen onze werkgevers, ook het bedrijf waar ik voor werk, protocollen op die ons dat vertellen.

Maar is er iets veranderd? Werkelijk, soms valt mijn mond open als ik hoor wat mensen in het openbaar bespreken. De forens klapt zijn mobiele kantoor overal open of neemt lekker flexibel onderweg deel aan het werkoverleg, nog altijd in de onterechte veronderstelling dat zijn eigen gebrek aan aandacht voor medereizigers op zo’n moment volkomen wederzijds is.

De opmerking van mijn baas van destijds, is gewoon nog steeds hyperactueel. Informatie ligt op straat. Voor de onrechtmatige eigenaar om op te rapen en er zijn/haar voordeel mee te doen.

 

Bron: Intermediar & auteur: Dieuwke van Turenhout